Vroeg of laat krijgen we allemaal met zorg te maken. Onze inwoners blijven het liefst zo lang mogelijk in hun eigen woning wonen. Daarom willen we zorg en hulp zo lang mogelijk aan het eigen huis organiseren, zodat je in je eigen dorp prettig en veilig oud kunt worden. De vergunning voor aanpassing van een woning, om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen, wordt snel verleend. Daarnaast is VVD Koggenland voorstander van het toestaan van generatiewoningen (voor jongeren en ouderen), mantelzorgwoningen en kangoeroe woningen door eenvoudige randvoorwaarden te stellen.


Als iemand zorg nodig heeft, dan moet het snel beschikbaar zijn en van goede kwaliteit. Daarom spreken we met zorgorganisaties af hoe snel een oplossing wordt geboden. Als thuis wonen niet meer gaat, dan moet binnen drie weken opvang beschikbaar zijn. De medische thuiszorg van de zorgorganisaties moet binnen één week kunnen worden geregeld. Dat geldt ook voor huishoudelijke en persoonlijke thuishulp waar de gemeente zelf verantwoordelijk voor is.


Ouders zijn verantwoordelijk voor het gezond opgroeien van hun kinderen. Wanneer jeugdzorg nodig is, bieden we hulp. Hierbij letten we goed op dat we niet onnodig ‘stickers plakken’: niet iedereen die uniek is, heeft daar hulp bij nodig. Stigmatisering helpt niemand. Nog te vaak krijgen kinderen hulp aangeboden voor ‘problemen’ die horen bij normaal opgroeien of blijkt hulp niet effectief. Dus: alleen specialistische hulp als het echt nodig is en zoveel mogelijk in de thuissituatie.


VVD Koggenland vindt preventie van serieuze problemen zeer belangrijk. Het coronavirus heeft het belang van mentale en lichamelijke gezondheid extra onderstreept. Problemen bij gezinnen en kinderen proberen we daarom zo vroeg mogelijk te signaleren. Huisartsen, scholen, sportclubs en sociale wijkteams hebben hierbij een belangrijke rol. De gemeente moet zorgen voor samenwerking,
zodat de aanpak zo effectief mogelijk is. Dit betekent onder andere dat ieder gezin slechts één hulpverlener als aanspreekpunt moet hebben en dat de hulpverleners en instanties elkaar versterken.